Kankercellen vreten hun buren soms op

Kannibalistuische kankercellen

Kankercellen (rood) schijnen hier hun buren (groen membraan) te verslinden (afb: Tonnessen-Murray et. al.)

Chemotherapie is een manier om kanker te bestrijden, maar die behandeling komt met aanzienlijke bijwerkingen doordat vaak ook gezonde cellen de dupe zijn van zo’n behandeling. Nu komt nog een minpunt van chemotherapie aan het licht: die kankerbehandeling zou sommige kankercellen tot kannibalen maken die hun buren opvreten bij wijze van overlevingsstrategie.
Vaak wordt chemotherapie als aanvulling gebruikt op chirurgische verwijdering van de tumor (maar lang niet altijd). De stoffen (cytostatica) die bij chemotherapie gebruikt worden zijn bedoeld om te kankercellen om te leggen. Kankermedicijnen heb je in soorten en maten. Bijzonder krachtig zijn de celremmende (cytostatische) antibiotica als doxorubicine. Die doden kankercellen door het DNA te beschadigen, maar zelfs met die krachtige kankermedicijnen is geen 100% succes gegarandeerd, met name niet bij bepaalde vormen van borstkanker. Vooral kankercellen met een actief TP53-gen weren zich actief tegen deze behandeling.
In plaats dat die cellen aan de DNA-schade bezwijken houden ze zich op te vermeerderen en raken in een sluimertoestand zoiets al bij ‘overjarige’ cellen. In die toestand overleven ze niet alleen de chemobehandeling maar produceren ook grote hoeveelheden ontstekingsstoffen en andere verbindingen die kunnen zorgen voor groei van de tumor(en). Daardoor zouden borstkankerpatiënten met een functionerend TP53-gen een slechte overlevingskans hebben.

“Het is in ieder geval van belang de eigenschappen van die senescente cellen beter te leren kennen”, zegt Crystal Tonnesen-Murray van de Tulane-universiteit in New Orleans. Dat heeft zij en haar medeonderzoeksters inderdaad ook gedaan. Ze gebruikten daarvoor muisjes met menselijke borstkankercellen en ook muiselijke. Die werden behandeld met doxorubicine en andere cytostatica om de kankercellen in een sluimertoestand te brengen.

Kannibalisme

Onder de microscoop zagen de onderzoekers dat die sluimerende kankercellen zich vaak vergrepen aan hun buurcellen. Dat gebeurde zowel bij de in het lab gekweekte menselijke borstkankercellen als bij de kankercellen van de muisjes zelf. Dat zou bijdragen aan de overlevingskans van de sluimerende cellen. Als ze hun buren opvraten dan leefden de kankercellen langer dan als ze dat niet deden.
Toen ze verder zochten vonden Tonnessen-Murray en de haren ook aanwijzingen welke eigenschappen voor dat kannibalisme nodig waren. In die senescente kankercellen is een gen actief dat normaal alleen in witte bloedlichaampjes (afweercellen) actief is. Daardoor kunnen die de rotzooi opruimen (ziekteverwekkers en celresten). Dat kunnen die sluimerende kankercellen dus ook. Als ze hun buren hebben verzwolgen dan gebruiken ze hun voer via hun lysosomen, de afvalverwerkingsorgaantjes in een cel (in een cel waordt veel hergebruikt).

Volgens de onderzoekers helpt deze kennis de kankerbehandelingen te verbeteren.

Bron: bdw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.