Muizen via genoombewerking afgeholpen van hiv-1 (?)

Hi-virussen op een T-cel

Hi-virussen (paars) op een T-cel

Het humane immunodeficiëntievirus (hiv) weet zich in het mensenlijf goed te verbergen en mede daardoor moeilijk finaal uit te roeien. Nu schijnen onderzoekers in Amerika er in geslaagd te zijn met behulp van CRISPR/Cas9-methode het virale DNA uit het celgenoom van levende dieren te snijden. Dat zouden ze hebben gedaan in drie, wat dan heet, ‘muismodellen’, waarvan een op die van een mens zou lijken (?). Dat lukt grotendeels, maar niet voor 100%. 

De onderzoekers denken de eersten te zijn die met CRISPR/Cas9 de aanmaak van nieuwe virusdeeltjes door met hiv besmette cellen te hebben stopgezet. Het werk, onder aanvoering van Wenhei Hu van de Temple-universiteit (VS), borduurt voort op dat van vorig jaar, waarin aannemelijk werd gemaakt dat zoiets mogelijk was. Hu: “De nieuwe studie was wat uitgebreider. We konden gegevens bevestigen van ons vorig onderzoek en hebben de genbewerking efficiënter gemaakt. We hebben ook aangetoond in twee extra muismodellen dat de strategie werkt: en met een acute besmetting en een met chronische of latente besmetting in menselijke cellen (in de muis; as).”

In de nieuwe studie inactiveerden de onderzoekers genetisch hiv-1 in transgene muisjes, waardoor de ‘virale activiteit’ met tussen de 60 en 95% afnam. Vervolgens botvierden ze hun kunsten op muisjes die waren besmet met ecohiv, het muizenequivalent van hiv-1. “Tijdens die besmetting vermenigvuldigt het virus zich actief”, zegt mede onderzoeker Kamel Khalili van de Temple-universiteit. “Met ecohiv-muizen konden we bekijken of je met CRISPR/Cas9 de vurusreplicatie kon blokkeren en daarmee mogelijk een systematische besmetting kon voorkomen.” De uitsnijdoelmatigheid van het virale DNA lag op 96%.

In het derde diermodel, een zich ‘schuilhoudende’ hiv-1-besmetting, was de ‘modelmuis’ voorzien van menselijke afweercellen die waren besmet met hiv-1. Hu: “Deze dieren hadden latent hiv in de genomen van de menselijke T-cellen (bepaald type afweercellen; as), waar het virus aan ontdekking kan ontsnappen.” In een enkele CRISPR/Cas9-behandeling werden de virale DNA-bestanddelen uit het genoom van de afweercellen gesneden, die in weefsel en organen waren ‘verstopt’.
De onderzoekers gebruikten een adenoachtig virus om het CRISPR-gereedschap in de cellen af te leveren (cellen laten niets zo maar binnen): AAV-DJ/8. Hu: “Dat type biedt je meer mogelijkheden van celtypen voor het afleveren van het CRISPR/Cas9-systeem.” De onderzoekers sleutelden ook wat aan hun vorige genbewerkingssysteem door het afleverende virus vier gids-RNA’s mee te geven, die de Cas9-schaar naar de delen met het virale DAN moeten brengen.

Bioluminescentie

Om de doelmatigheid van hun methode te bepalen maten de onderzoekers de hoeveelheid hiv-1-RNA. waarvoor ze een nieuwe beeldtechniek gebruikten dat gebruik maakt van bioluminescentie. Khalili: “Dat systeem localiseert de met hiv-1 besmette cellen in het lichaam, waarmee we de vermenigvuldiging van het virus direct kunnen waarnemen en hiv-1-domeinen in latent besmette cellen en weefsels kunnen zien.”
De onderzoekers denken dat ze met hun onderzoek een grote stap vooruit hebben gemaakt naar de echte genezing van de hiv-besmetting. Khalili: “De vervolgstap is deze proef te herhalen bij primaten om de deugdelijkheid aan te tonen, ook bij hersencellen. Ons uiteindelijk doel is een een klinische proef met mensen.”

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.