Met een wisseltruc kankercelresistentie omzeilen (?)

Zelfmoordbehandeling van longkanker

Zo zou de behandeling van longkanker, hier met osimertinib, er uit kunnen zien (afb: Justin Pritchard et. al/Nature Biotechnology)

Onderzoekers rond Justin Pritchard van de universiteit van Pennsylvanië hebben weer eens een nieuwe methode ontwikkeld om de afweer van kankercellen tegen medicatie onklaar te maken. Ze voegden twee ‘schakelaars’ toe aan het genoom van kankercellen. De eerste zorgt ervoor dat de onbehandelde tumorcellen snel in ondertal geraken ten opzichte van de genetisch veranderde. De tweede ‘schakelaar’ zorgt voor de aanmaak van gif dat de resterende tumorcellen, inclusief de genetisch behandelde, doodt. Bij muisjes met kanker verdween met deze behandeling de tumor volledig.
Om hun idee voor de (zelf)moordgenen te testen probeerden de onderzoekers dat eerst uit op kankercellen in kweekschaaltjes. Een zo’n gen stuurt de activering van het EGFR-gen (codeert voor een receptoreiwit). Daarnaast gebruikten ze het longkankermedicijn erlotinib, een tyrosinekinaseremmer. Overigens hebben de onderzoekers ook osimertinib uitgeprobeerd, een verbeterde versie van erlotinib.
Normaal deactiveert erlotinib de aanmaak van EGFR, waardoor de kankercellen zich niet meer delen. Het zelfmoordgen in de genetisch veranderde kankercellen zou er echter voor zorgen dat de onderzoekers de normale activiteit van het middel kunnen omkeren, zodat de genetisch veranderde kankercellen niet gevoelig meer zijn voor erlotinib. Dat maakt het mogelijk de deling in- of uit te schakelen.
De onderzoekers richtten zich in hun onderzoek op de meeste voorkomend vorm van longkanker (NSLC; niet-kleincellig longcarcinoom). Normaal worden longkankercellen na zo’n jaar resistent voor erlotinib.

Als de onderzoekers de met het zelfmoordgen uitgeruste kankercellen en erlotinib toevoegden aan onbehandelde longkankercellen dan waren de genetisch veranderde kankercellen al snel in de meerderheid. Als die toestand eenmaal was bereikt stopten de onderzoekers de toediening van erlotinib, waardoor die niet meer deelden.
Vervolgens gingen de onderzoekers op de tweede ‘val’ over: de tweede toegevoegde gen dat het normaal onschuldige  5-FC (5-fluorcytosine) gebruikt. Dat gen codeert voor een eiwit (het enzym cytosinedeaminase) dat  5-FC omzet in 5-FU (5-fluoruracil). Dat betekent dus in de finale fase dat de patiënt 5FC krijgt toegediend. 5-FU doodt alle genetisch veranderde kankercellen, maar kennelijk ook niet-kankercellen in de buurt.

Muisjes

De truc werd vervolgens ook bij muisjes met longkanker uitgeprobeerd. Na twintig dagen behandeling bleken de genetisch veranderde kankercellen in de meerderheid. Na tachtig dagen was de tumor geheel verdwenen. De onderzoekers kijken nu of de aanpak ook werkt bij andere kankertypen. Overigens lijkt het er op dat deze aanpak niet het ontstaan van resistentie van kankercellen voor behandeling voorkomt. Wat doe je als die niet behandelde kankercellen al resistent zijn voor erlotinib of osimertinib?
Tegelijkertijd hebben twee van de onderzoekers ook maar weer meteen een bedrijfje opgericht om de aanpak uit te kunnen baten. Wordt het zo langzamerhand niet eens tijd de gezondheidszorg, inclusief de ontwikkeling van geneesmiddelen en behandelingen, een publiek terrein te maken?

Bron: livescience.com

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.