Antilichamen herkennen specifieke ziekteverwekkers en vormen een wezenlijk onderdeel van het afweersysteem. Steeds vaker worden er therapieën bedacht waarbij synthetische antilichamen ‘de weg wijzen’, maar het maken van die antilichamen ia lastig en dus duur. Onderzoekers in de VS schijnen daar iets op gevonden te hebben.
“We kunnen nu klassen synthetische materialen maken die er op gericht zijn een potentiële ziekteverwekker te herkennen”, zegt Ron Zuckermann van het Lawrence Berkeleylab. “Het is een mooi voorbeeld van biomimetische (natuurnabootsende; as) nanotechnologie (gewoon scheikunde, natuurlijk; as). Je creëert functionele chemische structuren van gevouwen informatierijke polymeerketens.”
Zuckermann en zijn medeonderzoekers ontwierpen een familie peptiden (kleine eiwitten) die netjes geordend werden vastgeprikt op ‘nanovellen’. Door die veelvoud zou de selectiviteit van de synthetische ‘antilichamen’ (blijf ik ze nog maar even noemen) omhoog gaan. Zoals gezegd is het erg lastig en dus duur om die mooie ‘aanwijzers’ uit de natuur te synthetiseren. Dat heeft alles met de complexiteit van die moleculen te maken. De onderzoekers hebben geprobeerd de hele synthese van hun ‘antilichamen’ te automatiseren (inclusief de ‘uitlezing’ van die peptidenvellen).
Zo hebben ze een peptide ontwikkeld, dat ze zelf peptoïde of zelfs loopoïde (een term uit de groepstheorie) noemen, dat heel specifiek bindt aan het giftige miltvuureiwit, ook bekend als antrax. Zuckermann stelt heel bescheiden dat met dit onderzoek een mijlpaal bereikt is.
Strategie
De manier waarop ze dit onderzoek hebben aangepakt zou een (opschaalbare) strategie hebben opgeleverd om een hele ‘bibliotheek’ aan synthetische ‘antilichamen’ te ontwikkelen die allemaal specifiek zijn voor een bepaalde ziekteverwekkers (tenminste, dat is het idee). Dat zou relatief snel kunnen gebeuren, stellen de onderzoekers (of althans doet het persbericht het voorkomen). Ik ben benieuwd of dit iets wordt, want het klinkt veelbelovend.
Bron: phys.org