Mitochondriën worden vaak de krachtcentrales van de cel genoemd. Die hebben hebben piepkleine DNA-molecuultjes met een paar genen. Dan denk je, die paar genen heb je met de huidige apparatuur zo gelezen, maar dat blijkt niet zo te zijn. Onderzoekers van de universiteit van Pennsylvania zeggen tenminste dat voor het eerst gedaan te hebben. Het blijkt dat het met dat mitochondriale DNA nogal een zooitje is. Die verschillen onderling nogal.
Een mitochondrion kan tien of meer genoompjes hebben en elke cel heeft honderden of zelfs duizenden mitochondriën. Sommige ziektes vinden hun oorsprong in mmutaties in het mitochondriaal DNA (mt-DNA). Dergelijke mutaties zijn bij allerlei kankersoorten gevonden, bijvoorbeeld.
Met zelf ontwikkelde methodes hebben James Eberwine en de zijnen de mutaties vergeleken die er in de afzonderlijke mitochondriën te vinden waren. Ze vergeleken die met mutaties in menselijke en muizelijke hersencellen. Het bleek dat muizen meer last van mutaties hadden dan mensen, wat dat dan ook moge betekenen.
Het aantal mutaties groeit met de jaren, uiteraard ook in het mitochondriale DNA. De onderzoekers vonden verschillen en overeenkomsten in mt-DNA in dezelfde cel en ook tussen de verschillende celtypen zoals de neuronen en stercellen in de hersens. Eberwine: “Door naar de afzonderlijke mitochondriën te kijken kunnen we inschatten wat de drempel van het aantal mutaties is voor allerlei ziektes.” Hij houdt het voor mogelijk dat daarmee makkelijker diagnoses te stellen zijn bij, onder meer, hersenziektes en dat die informatie wellicht iets vertelt om welke cellen het gaat.
Vertragen
De onderzoekers gaan nu op zoek naar manieren om de ontwikkeling van mutaties in de mitochondriën te vertragen. Daarvoor denkt Eberwine te moeten beginnen bij de plaats van en het aantal mutaties in de mitochondriën van een cel.
Bron: EurekAlert