Het knutselen aan het genoom van menselijke geslachtscellen zou moeten worden besproken, zegt Nobelprijswinaar Venki Ramakrishnan, die sedert vorig jaar president van de Royal Society is. Dat zou een oplossing kunnen bieden voor ongeneeslijke, erfelijke ziektes, stelt de Nobelprijswinnaar. Op het ogenblik is het knutselen aan menselijke geslachtscellen (gericht op de voortplanting) in Groot-Brittannië verboden.
De techniek om het genoom te bewerken is met de komst van het CRISPR/Cas9-systeem sterk verbeterd. In principe zou die methode ook in aanmerking komen voor het repareren van gemuteerde genen die verantwoordelijk zijn voor (vaak) ongeneesbare ziektes, maar dat is in Groot-Brittannië en vele andere landen (hoe dat in Nederland zit, kan ik niet vinden) verboden. Dat is gebeurd omdat onbekend is hoe die veranderde genen worden doorgegeven aan volgende generaties, maar ook hoe die genen zich in het individu zullen ‘houden’. Ramakrishnan: “Dit is een nieuwe technologie met belangrijke potentie, maar ook met belangrijke ethische vragen.” Hij vindt dat daar een discussie over zou moeten worden gevoerd. “Dat is wezenlijk. We moeten niet even snel conclusies trekken. Daarbij zouden er rode lijnen getrokken kunnen worden die niet mogen worden overschreden.”
Hij stelt dat zijn zorgen de zorgen zijn van elke nieuwe technologie, die zou kunnen worden gebruikt op een manier die hij onethisch acht. Na een korte periode waarop onderzoekers zichzelf op pas op de plaats hadden opgelegd, werd op een bijeenkomst in Washington eind vorig jaar besloten zich wat het menselijk genoom betreft geen verbod op te leggen, maar dat dat pas mag gebeuren als onomstotelijk bewezen is dat de methode veilig is.
Bron: the Guardian