De natuur heeft er een tijdje over mogen doen, maar toen had zij ook iets moois in elkaar gesleuteld: de cel, de bouwsteen van het leven. Onderzoekers proberen die ‘volmaakte’ schepping nog wat verder te verbeteren en kijken of ze met zelfgemaakte verbindingen genen kunnen (de)activeren. Dat kan. Om wat te doen? Misschien juist dat.
Zwitserse wetenschappers van de universiteit van Bazel, van Genève en van het ETH in Zürich hebben een niet-natuurlijk enzym gefabriekt dat in staat blijkt een zoogdiercel binnen te dringen om daar de productie van een hormoon op een hoger peil te brengen. Dat hormoon activeert op zijn beurt weer een ‘genschakelaar’ waardoor een (synthetisch) gen geactiveerd wordt dat, in dit geval, de productie van een lichtgevend eiwit in gang zet.
Eiwitten houden het leven aan de gang. Die hebben allemaal hun eigen taken. Sommige versnellen bepaalde reacties. Dan hebben we het over enzymen, maar natuurlijke enzymen zijn vaak heel kieskeurig in de reacties die ze katalyseren. Vandaar dat de Zwitsers er over dachten zelf enzymen te maken die een bredere taakopvatting hebben. Ik vraag me dan hier op deze plaats af of dat zo handig is. Specialisatie heeft zo haar voordelen. De natuur is niet dom.
Metallo-enzym
De onderzoekers maakten een klein metallo-enzym (het metaal was in dit geval ruthenium) dat een genschakelaar kan aansturen. Als dat gen wordt geactiveerd dan ontstaat er een door de onderzoekers gewild effect.
Eenmaal in de cel zorgde het metallo-enzym er voor dat een bepaald schildklierhormoon werd aangemaakt. Dat hormoon op zijn beurt, het is al verklapt, activeerde een, synthetisch, gen dat codeerde voor een lichtgevend eiwit (luciferase)
De hele operatie was er op gericht om te bewijzen dat levende cellen er nieuwe functies bij kunnen krijgen en die demonstreert dat organometaalchemie en synbiologie tezamen iets kunnen betekenen in het sturen van celfuncties, denken de onderzoekers.
Bron: EurekAlert