Een vrij gaaf exemplaar van een babymammoet (afb: RT)[/caption]Al tijden zijn er wetenschappers die dromen van de wederopstanding van de mammoet. Onderzoekers in Japan zijn zo ver niet gekomen. Ze haalden kernen van cellen van de in 2010 in Rusland gevonden mammoet Yuka, die 28 000 stijfbevroren is geweest, en hebben die in muizeneicellen geplaatst. De muizencellen met de mammoetkern ontwikkelden zich niet tot een mammoetvrucht, zoals de onderzoekers gehoopt hadden, maar vertoonde toch enige tekenen van leven (biologische activiteit), zo meldden ze in Nature.
Science News sprak niet met de Japanse onderzoekers maar met een Engelstalige collega, die niet aan het onderzoek heeft deelgenomen, om van hem (= Lawrence Smith van de universiteit van Montréal) te horen wat het belang is van dit soort onderzoek en de Japanse vindingen.
Volgens Smith is het inderdaad de bedoeling om mammoeten te klonen. De onderzoekers hebben iets soortgelijks in 2015 gedaan. Uit het huidige onderzoek kwam naar voren dat sommige eiwitten in de mammoetcelkern nog steeds intact aanwezig zijn, inclusief de histonen die het DNA ‘inpakken’ (met nog wat andere functies). Om te zien of die nog steeds werken haalden Akira Iritani van de Kindai-universiteit en medewerkers de kernen van 88 mammoetcellen er uit en stopten die in muizeneicellen.
Die cellen vertoonden enige neiging om zich te gaan delen, een bewijs dat er nog enig leven in zat na 28 000 in de diepvries, vonden de onderzoekers. Na de eerste ‘bewegingen’ viel het echter stil.
Geen van de 88 cellen deelde zich, waarschijnlijk omdat het mamoetgenoom te veel beschadigd is. Normaal gesproken zit het DNA in chromosomen die in ieder geval vele miljoenen nucleotiden (de bouwstenen) lang is. In dat mammoet-DNA zaten stukjes DNA die maar 150 nucleotiden lang waren. Bij spiercellen waren ze iets langer: 300 nucleotiden. “Dan is het een beetje overdreven te zeggen dat je de mammoet weer tot leven hebt gewekt”, zegt Smith. “Wat ze zagen was in feite wat die muizeneicel probeerde te doen met het DNA.” Er was helemaal geen bewijs dat de mammoeteiwitten ook maar iets deden.
Normaal gesproken wordt bij klonen de oorspronkelijke kern uit een eicel verwijderd, maar hier niet. Smith is niet bepaald onder de indruk van wat de Japanse onderzoekers menen te hebben waargenomen. “Dit bewijst niet of het de eicel of de mammoetkern is die iets doet. Ik denk dat er nog wel wat moet gebeuren om aan te tonen of die activiteit afkomstig is van de mammoetkern of van de eicel.”
Hij vindt het ook wat vreemd dat de onderzoekers eicellen van muizen hebben gebruikt. “Die dieren zijn evolutionair niet erg verwant. Ze zijn totaal verschillend en dan is het niet zo vreemd dat het allemaal weinig oplevert.” Een olifanteneicel had meer voor de hand gelegen. Waarschijnlijk hadden de Japanse onderzoekers die niet direct bij de hand.
Olifanten
Dat zeg ik nu wel, maar dat klopt niet. De onderzoekers bleken toch olifantencellen te hebben. Ze stopten de kernen daarvan ook in muizencellen. Die ontwikkelden zich ook niet. Dat moet toch een (veeg) teken zijn? Het kan natuurlijk zijn dat het DNA van olifanten en mammoets, ook in diepvries, snel uit elkaar valt. Volgens Smith is het erg onwaarschijnlijk dat stukjes DNA van 150 nucleotiden weer aan elkaar geplakt worden (in ieder geval niet onder de gekozen omstandigheden).
Toch wil hij de boel niet (helemaal) afbreken. “Ook al is het geen goede stap, het is een stap. Brengt die ons dichter bij het klonen van een mammoet? Dat valt nu moeilijk te zeggen, maar je moet het in ieder geval niet met muizencellen doen.”
Bron: Science News