Er worden afdruktechnieken gebruikt om om mini-orgaantjes of weefsels te maken, maar die zouden niet voldoen aan de eisen voor ‘echt’ weefsel. Onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Pennsylvania zouden een nieuwe techniek hebben ontwikkeld die wel ‘levensecht’ zou opleveren. Daarbij gebruiken ze celklompjes.
Bioafdrukken zou in zwang zijn, maar nog niet de resultaten opleveren die lijken op het echte werk. Meestal worden daarbij cellen in een hydrogel gebruikt. Dat levert, stellen de Pennonderzoekers, een resultaat op met een celdichtheid die veel lager is dan in een normaal weefsel.
De Pennonderzoekers gebruikten een zelfhelende hydrogel waarin ze celklompjes plaatsten. Die ‘klompen’ zijn zo samengesteld dat ze kunnen uitgroeien tot een complex, ruimtelijk weefsel. Als het model is gevormd dan wordt de gel weggespoeld. Op die manier hebben ze een model van een stukje hartweefsel ‘gecomponeerd’ dat een celvermenging vertoont van hartweefsel na een hartaanval.
‘Bolletjes’ cellen
Zelfs zonder een bioprinter kunnen groepen cellen uitgroeien tot een groter geheel die ze in het Engels sferoïden noemen (bolletjes, zou ik=as zeggen). Die ‘bolletjes’ zouden betere ‘bouwstenen’ zijn om in bioafdrukken te gebruiken. “Sferoïden zijn vaak nuttig voor het bestuderen van biologische zaken die te maken hebben met de ruimtelijke ordening van cellen of bij het maken van weefsel”, zegt Jason Burdick. “We willen echter hogere organisatieniveaus krijgen met ‘afdrukken’ van verschillende sferoïden in specifieke positionering om structureel complexe microweefsels te maken.”
Bron: phys.org