Met behulp van bij elkaar gesprokkeld DNA willen onderzoekers van van het Max Planckinstituut voor evolutionaire antropologie in Leipzig (D) minihersens kweken van Neanderthalers om erachter te komen hoe en waardoor de moderne mens van de Neanderthaler verschilt. Dat lijkt me een uiterst lastige zo niet onmogelijke klus.
Ik moet wat nauwkeuriger zijn, want het worden geen Neanderthalerhersentjes. De cellen die worden gebruikt zijn menselijke stamcellen waarbij aan het DNA genen van Neanderthalers zijn toegevoegd. Na een paar maanden ontstaan er dan celklonteringen, kleiner dan een erwt, die heel in de verte iets weg hebben van hersens.
“Neanderthalers zijn de naaste verwanten van de moderne mens, dus als we ons als groep of soort willen omschrijven, dan zullen we ons met hun moeten vergelijken”, zegt Svante Pääbo, directeur van de genetische afdeling van het instituut in Leipzig. Eerder was hij lid van een onderzoeksgroep die een Neanderthalergenoom heeft samengesteld. Een beetje cru zou je kunnen zeggen dat hij dat DNA weer tot leven wil wekken.
Gezichtsgebeente
Genen voor het gezichtgebeente van de Neanderthaler zijn al ingebed in het DNA van muizen en genen voor pijnbeleving in dat van kikkers en nu gaat dus de aandacht uit naar de hersens van onze verwante. De onderzoekers gaan daar zoeken naar fundamentele verschillen om erachter te komen waarom mensen zo’n uitzonderlijke geest (?) hebben.
Grappig is natuurlijk dat dat Neanderthalergenoom uit stukjes en beetjes is opgebouwd. DNA is een organisch molecuul dat niet het eeuwige leven heeft en onze verwanten zijn al weer een tijdje uitgestorven, zodat je nergens meer een volledig Neanderthaler-DNA zult vinden. Eenderde van onze mensengenen zouden erg op die van de Neanderthalers lijken. Dan hebben wij mensen ook nog wat Neanderthalergenen (1 tot 4%), overgehouden aan seksuele ontmoetingen tussen de twee mensensoorten.
Er zijn echter ook hele ‘dode zones’ die zijn verdwenen. Dan wordt er natuurlijk meteen gespeculeerd dat die wel slecht zullen zijn geweest voor gezondheid, vruchtbaarheid of wat dan ook de handhaving van de soort in de weg heeft gestaan. “We willen weten of daar iets bij zit dat ons duidelijk onderscheidt”, zegt Pääbo.
Dom
Het is populair om te stellen dat de Neanderthalers dommer waren dan de Homo sapiens, maar dat valt lastig te bewijzen. “Het is verleidelijk dat te denken”, zegt de onderzoeker.
De eerste aandacht gaat naar drie genen waarvan bekend is dat ze met de hersenontwikkeling te maken hebben. Voor het verneanderthaleren van het menselijke genoom hebben de onderzoekers, heel modern, een beroep gedaan op de CRISPR-techniek.
Het lullige is natuurlijk dat die hersentjes vrij lukraak groeien, maar de onderzoekers zijn daar al blij mee. Ook in een petrischaaltje ontstaat een zekere organisatie en verbinden de cellen zich via synapsen. Naar dat soort dingen kan een onderzoeker dan kijken, maar ik vraag me toch af of je aan de hand daarvan veel over de verschillen tussen de Neanderthaler en de Homo sapiens kunt zeggen.
Pääbo is optimistischer: “Het zou mooi zijn als de veranderingen langere of meer vertakte uitlopers zouden zorgen. Dat zou dan een biologische verklaring zijn waardoor de hersens zo verschillend functioneren.” Wie er slimmer is valt daar niet uit af te leiden, maar die verschillen zouden iets kunnen zeggen of het vermogen om vooruit te zien, gemeenschappen te vormen of een taal hanteren.
Kloon
De bekende maar ook niet onomstreden synbioloog George Church heeft al eens voorgesteld een Neanderthalerbaby te klonen. Daar heb je een draagmoeder voor nodig. Dat doet me denken aan een boek dat ik laatst las over een Rus die mensen met mensapen kruiste.
Pääbo vindt dat niks. Het is ethisch ontoelaatbaar, maar ook niet mogelijk met de beschikbare technologie, stelt hij. Je zou nu maar een handje genetische veranderingen kunnen aanbrengen in het menselijk DNA en een Neanderthaler schijnt er 30 000 gehad te hebben. Op een dag wordt het kweken van hersens ook zo’n ethisch probleem (hoe en wanneer ontstaat bewustzijn?, om maar wat te noemen), maar de onderzoeker denkt dat die tijd nog ver weg ligt.
Bron: the Guardian