De CRISPR-techniek is inmddels breed omarmd in de genetische wetenschap, maar de toepassing in de praktijk is niet navenant. Dat heeft veel te maken met de (on)nauwkeurig-heid van de methode. Er zijn betere methoden ontwikkeld zoals de priembewerking, alle een CRISPR-variant, maar wil de methode volop klinisch worden ingezet zal ze foutloos moeten zijn. Het lijkt er op dat een van de reparatiemechanismes in de cel zelf de priembewerking in de weg zit.
Priembewerking is zo’n verbeterde CRISPR-methode, waarmee DNA met uiterste precisie veranderd kan worden. Het vervelende is alleen dat die methode ingewikkeld en niet erg doelmatig is. Onderzoeksters rond Joanna Loizou van de medische universiteit (??) van Wenen hebben aannemelijk gemaakt dat een natuurlijk herstelproces van DNA een belemmerende rol speelt in de priembewerking.
Loizou, die werkt aan het kankerinstituut van de MediUni, en haar collega’s wilden de priembewerking efficiënter en preciezer maken. Daartoe keken ze eens wat beter naar de methodes van een cel om DNA te herstellen en welke daarvan invloed hebben op de effecten van priembewerking. Afhankelijk van het soort schade zijn er verschillende herstelmechanismen, maar daarvan is niet al te veel bekend. De onderzoeksters onderzochten daarom alle reparatieroutes (wat doet welk eiwit onder welke omstandigheden) die bekend zijn.
Loizou: “Het bleek dat de zogeheten mispasreparatie het resultaat van priembewerking beïnvloedt. Dit is de route die de mispas van de basen in het genoom herstelt (base A hoor te koppelen aan T en G aan C;as). Afhankelijk van de cellijn, het celtype en plaats van bewerking kunnen we het rendement vertweevoudigen tot zelfs een factor zeventien door die reparatieroute te blokkeren.”
MLH1 en MLH2
De onderzoeksters zagen een ophoping van de eiwitten MLH1 en MLH2 op de te bewerken plaats op het DNA. Dat zijn eiwitten die de juiste basen weer op hun plaats zetten. Dat zou de effectiviteit van de priembewerking hinderen. De onderzoeksters verwachten dat met deze ontdekking de CRISPR-methode weer een stukje dichter in de buurt van toepassing in de klinische praktijk is gekomen.
Bron: Science Daily