De Amerikaanse academie van wetenschappen (NAS) heeft een plan goedgekeurd om onderzoek te doen naar gendruk. Met die genmanipulatie-techniek zouden hele populaties van ongewenste dier- en plantsoorten kunnen worden weggevaagd. We kunnen dan denken aan muggen (malaria, zika e.d.), muizen, onkruid enz. Daarbij komen ook bewerkingtechnieken als CRISPR/Cas9 te pas. Een rapport geschreven door een adviesgroep van ethici, biologen en andere deskundigen meldt echter aan de NAS, die in deze de Amerikaanse overheid adviseert, dat er nog niet genoeg bewijs voorhanden is dergelijke experimenten buiten het lab uit te voeren.
Sommige wetenschappers stellen dat het rapport een goede balans heeft gevonden tussen meer onderzoek naar gendruk, terwijl het tegelijkertijd voor grenzen aan het gebruik pleit. Tegenstanders van genetische manipulatie vinden echter dat de adviesgroep had moeten oproepen tot een pas op de plaats met dit soort gentechnieken, die pas goed mogelijk zijn geworden met de opkomst van CRISPR/Cas9.
De gendruktechniek wordt door sommige biologen gezien als de methode om ziekteoverbrengers of plaagdieren, zoals muggen, van de aardbodem te laten verdwijnen. De truc is dan bij die zika-muggen een gen in te brengen dat bepaalt dat de mug een mannetje wordt (waarmee het aantal reproducerende vrouwtjes sterk wordt verminderd). De Bill en Melinda Gates-stichting, die voor het rapport heeft betaald, zet in op de uitroeiing van de malariamug via de gendruktechniek. In de landbouw zouden schadelijke insecten op die manier kunnen worden bestreden en verzin zo nog maar een paar ‘mooie’ projecten.
Hoe en wie zulke beslissingen zal moeten nemen is natuurlijk de grote vraag en als zo’n experiment in de natuur eenmaal in gang is gezet is er geen houden meer aan. Er is dus alle aanleiding om voorzichtig te zijn met deze ‘goddelijke’ techniek. In het rapport worden diverse voorbeelden bekeken en geanalyseerd. Elk heeft zijn eigen risico’s, met als bijkomend gevaar dat de gendruk overspringt op andere soorten of dat de onderdrukking/uitroeiing van de ene soort leidt tot de bloei van een andere, ongewenste soort. Toch raden de rapportschrijvers verder onderzoek niet af.>
Open veld
Evolutiebioloog Kevin Esvelt van het MIT, die aan de basis van de techniek heeft gestaan, vindt dat het rapport het belangrijkste risico niet noemt: het uitvoeren van een experiment in het open veld. “Elke keer als je een genetisch gemanipuleerd organisme loslaat op de natuur, moet je er van uit gaan dat er een goede kans is dat dat zich, wereldwijd, zal verspreiden.” Tegenstanders denken dat de techniek op vele manieren misbruikt kan worden. “We geloven dat het nu beter is de ontwikkeling van de gendruktechniek te stoppen tot zulke veiligheidsrisico’s zijn opgelost”, zegt Jim Thoms van de ETC Group in Montréal. Daarbij is het nog steeds mogelijk dat gendruk helemaal niet als bestrijdingsmiddel werkt. “Misschien zijn er mechanismes waarmee een soort reageert op die genveranderingen”, zegt James Bull van de universiteit in Texas, die daar een artikel over heeft geschreven. “Dat hangt van een heleboel factoren af en de enige manier om daar achter te komen is het te proberen.”
Bron: New York Times