Het antibioticum ciprofloxacine werkt afweersysteem tegen bij bestrijding bacterieinfectie (afb: Cell)

Amerikaanse onderzoekers hebben gevonden dat, bij muizen althans, dat antibiotica de omgeving van vellen tijdens een ontsteking veranderen. Dat  beïnvloedt de activiteit van het afweersysteem dat probeert de ziekteverwekkende bacteriën onschadelijk te maken. Het idee is natuurlijk dat die antibiotica het afweersysteem helpen in die strijd, maar, tot verrassing van de onderzoekers bleek het omgekeerde het geval. Ze onderzochten overigens alleen het antibioticum ciprofloxacine.

Eerder was al aangetoond dat antibiotica de mitochondriën in de cel kunnen veranderen evenals de epitheelcellen in mensen. De mitochondriën leveren de cel energie, epitheelcellen vormen het dekweefsel van organen e.a.
De muisjes waren besmet met de Escherichia coli-bacterie en werden behandeld met het antibioticum ciprofloxacine. Ze ontdekten dat cellen daardoor stoffen produceerden zoals AMP (adenosinemonofosfaat) waardoor de bacteriën beter bestand waren tegen het anti-bacteriemiddel. Tot overmaat van ramp remt AMP de ‘ademhaling’ van immuuncellen.

Resistentie

“Die geneesmiddelen veroorzaken veranderingen die de effecten van de behandeling tegenwerken”, zegt onderzoeker James Collins van het Broad-instituut in Cambridge (VS), onderdeel van het MIT. “Ze verminderen de gevoeligheid van bacteriën voor antibiotica.” Er zal nog uitgezocht moeten worden of dat ook bij mensen zo is. Bovendien moet eveneens onderzocht of ook andere antibiotica die ‘hebbelijkheid’ hebben.

Antibiotica staan de laatste jaren in de aandacht omdat blijkt dat steeds meer bacteriën resistent zijn geworden voor deze middelen. Als dan nog blijkt dat ze het eigen afweersysteem ondermijnen, dan is het de vraag of deze middelen nog gebruikt moeten worden als bestrijding van bacterieinfecties. Er wordt al onderzocht wat daarvoor in de plaats zou kunnen komen.

Bron: Futura-Sciences