Het is bekend dat ervaringen en omgeving effect hebben op de activiteit van genen. Dat wordt epigenetica genoemd. Nu blijkt echter dat ook ervaringen aan het nageslacht kunnen worden doorgegeven. Bij muizen bleek althans dat angsten erfelijk kunnen zijn. Zelfs het nanageslacht, de kleinkinderen hadden angsten die ook de grootouders hadden. Angstige ervaringen bleken de genactiviteit in zaadcellen te veranderen, waardoor die werden doorgegeven aan het nageslacht.
De onderzoekers hadden muizen in een omgeving gebracht met de geur van kersenbloesem. Daar kregen ze lichte elektrische schokjes. Daarna kregen de muizen met die ervaring kleintjes. Die reageerden angstig als ze kersenbloesem roken. Het leek er op dat bij deze muizen de structuur van bepaalde delen van de hersens die te maken hebben met de reukzin was veranderd. Het gen voor de herkenning van geuren bleek duidelijk minder gemethyleerd dan normaal. Hoe die ervaring aan de zaadcellen wordt doorgegeven is nog onduidelijk.
Overigens wordt er in het artikel in Der Spiegel een rare (taal?)truc uitgehaald. Daar wordt gesproken over zaadcellen van grootvader die worden gebruikt voor kunstmatige bevruchting. Het nakomelingschap daaruit zijn natuurlijk de kinderen van de grootvader. Die hadden de afwijkende hersenstructuur van grootvader, maar die grootvader is hier natuurlijk gewoon vader. Dat kan moeilijk een bewijs zijn dat de ervaring ook nog in de volgende generatie wordt doorgegeven, maar misschien heb ik ergens iets gemist. Uit de samenvatting van het artikel wordt dit niet duidelijk.
Bron: Der Spiegel