Antilichamen beschermen apen tegen ebola

Lab-foto ivm ebola-vaccin

Onderzoek naar ebola-virus bij de universiteit van Tübingen (D)

Wie ebola overleeft is beschermd dankzij de in de afweerreactie gevormde antilichamen. Die van overlevenden stammende antilichamen (mab114 gedoopt) bleken rhesusapen tegen het ebola-virus te beschermen. Ze overleefden de ziekte zelfs als ze die antilichamen pas vijf dagen na de besmetting kregen toegediend, zo vonden Zwitserse onderzoekers. Transfusies met bloedplasma van overleefden hebben nauwelijks baat gehad.

Basis voor het Zwitserse onderzoek was het bloed van twee mensen die in 1995 in Kongo met ebola waren besmet en de besmetting overleefden. De onderzoekers onderzochten eerst of deze oude bloedmonsters nog nuttige stoffen bevatten. Eerst isoleerden ze vier antilichamen en bekeken vervolgens in een ‘glasproef’ met cellen hoe effectief die waren tegen het virus. Vervolgens probeerden ze de twee meestbelovende antilichamen (mab100 en mab114) uit in dierproeven.
Vier rhesusaapjes kregen een normaal dodelijke dosis ebolavirussen. Pas na 24 uur en op drie opeenvolgende dagen kregen drie aapjes een mengsel van beide antilichamen ingespoten. De vierde aap stierf op de tiende dag na de besmetting. De drie andere overleefden en genazen volledig. Er bleken geen virussen meer aan te tonen te zijn in hun bloed (dat zegt niet alles; zie hiv).
Vervolgens werd de proef herhaald met alleen mab114. Nu werden er nog wel virussen in het bloed gevonden, maar de dieren vertoonden geen symptomen van de ziekte, in tegenstelling tot een onbehandeld vierde proefdier. Zelfs als er vijf dagen gewacht werd met de behandeling, bleken de antilichamen effectief.
Van de tot nu toe geteste antilichamen bleek mab114 het effectiefst en zonder hulp in staat het virus te bestrijden.

In een ander onderzoek ook aanvoering van John Misasi van het Amerikaanse instituut voor allergie en infectieziektes zijn de beide door de Zwitsers bekeken antilichamen wat nauwkeuriger beschouwd. Het bleek dat de antilichamen koppelen aan een eiwit op het virusmembraan, waardoor de ziekteverwekker verhinderd wordt de cel (van de gastheer) binnen te komen.

Bloedplasma helpt niet

Volgens de wereldgezondheidsorganisatie zouden vorig jaar 28 000 besmet zijn geraakt, waarvan er 11 000 zijn gestorven. In januari verklaarde de WHO de strijd voor gestreden en het gebied ebola-vrij. Een dag later werd een nieuw geval in Sierra Leone gemeld.
Er is rond de uitbraak van en tijdens de epidemie koortachtig gezocht naar geneesmiddelen. Enkele patiënten kregen het experimentele ZMapp toegediend, een mengsel van drie antilichamen. ZMapp is echter duur in de productie en de voorraden raakten snel op. Daarnaast kregen sommige patiënten ook bloedplasma van overlevenden in de hoop dat de daarin aanwezige antilichamen de ziekte te lijf zouden gaan. Dat heeft nauwelijks geholpen, zo leert een nader analyse. Een bloedtransfusie is weliswaar simpeler dan een behandeling met antilichamen, omdat die antilichamen niet moeizaam hoeven te worden geproduceerd, maar onduidelijk is hoeveel afweerstoffen dat plasma bevat. Bij antilichamen, het moge duidelijk zijn, is het succes afhankelijk van hun aantal (net als in een echte, ouderwetse, oorlog).

Bron: der Spiegel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.