De onderzoekers hadden hun pijlen gericht op een evolutionair oud deel van Cas9, de zogeheten helixbrug (niet te verwarren met de Helixbrug in Singapore. Die helixbrug speelt een belangrijke rol in de manier waarop Cas9 wisselwerkt met het gids-RNA (dat de genschaar naar de juiste plek op het DNA brengt) en de doellocatie op het DNA. De onderzoekers achterhaalden het aminozuur in Cas9 (dat is een eiwit) dat contact maakt met de fosfaatstructuur van het gids-RNA. Daarmee vormt het een stabiele lus die van wezensbelang is voor het functioneren van Cas9. In zo’n lus koppelt het gids-RNA aan (hopelijk) de beoogde plek op het DNA. Daar vindt ook het knip- en plakwerk plaats.
Varianten
De onderzoekers maakten nieuwe varianten van Cas9 door deze aminozuren te veranderen. Het bleek dat sommige varianten aanzienlijk minder vaak fout knipten dan de oorspronkelijke Cas9-genschaar van de bacteriën. Een van die varianten, aangeduid met R63A/Q768A, verhoogde die bewerkingsnauwkeurigheid ook bij het menselijk genoom. De onderzoekers verwachten dat met meer kennis over de biochemie van CRISPR/Cas-systemen de bewerkingsnauwkeurigheid nog verder is op te schroeven. Er blijft dus nog werk aan de winkel, gelukkig.
Bron: phys.org