Bij een hartaanval worden bloedvaten door een bloedprop geblokkeerd waardoor miljoenen hartcellen afsterven.

Onderzoekers van, onder meer, het King’s College in Londen hebben een gentherapie ontwikkeld die bij varkens schade aan het hartweefsel repareerde na een hartaanval. Normaal gebeurt dat niet, waardoor de capaciteit van deze pomp terugloopt.

Na een hartaanval, een gevolg van een verstopping in de kransslagaders, ontstaat schade aan de hartcellen die niet meer gerepareerd wordt. Op de plaats van de (dode) hartcellen komt littekenweefsel en na elk volgende infarct gaat de conditie van het hart steeds verder achteruit.
Er wordt al lang gezocht naar een manier om en weefselherstel in het hart in gang te zetten, zonder vooralsnog doorslaand succes. De onderzoekers brachten na een hartaanval bij de proefdieren (varkens, dus) micro-RNA-199-moleculen in het hart van de beesten. Het bleek dat een maand na de aanval de hartfunctie van de aldus behandelde dieren vrijwel op het oude niveau terug was.
“Na zoveel niet succesvolle pogingen met stamcellen is het voor de eerste keer gelukt het hart van een groot dier te herstellen”, zegt onderzoeker Mauro Giacca. Kennelijk blijken die kleine RNA-moleculen in staat te zijn het herstelproces op gang te brengen (het persbericht is erg summier en ik heb geen toegang tot het artikel). Voorlopig wordt er nog niet meteen aan een klinische proef met mensen begonnen. “Dat duurt nog enige tijd”, zegt de onderzoeker. “We moeten eerst nog uitzoeken hoe wie dat RNA toedienen, maar we weten nu dat het bij muizen werkt.”

Bron: Science Daily