Effecten van stress en leefgedrag blijken overerfbaar

Bang muisje

Stressmuisjes zijn minder bang bij het betreden van onbekende ruimtes dan gewone muisjes.

Het blijkt dat allerlei effecten van leefgedrag op de genen kan worden doorgegeven aan volgende generaties. Hoe dat gebeurt, was niet bekend en veel wetenschappers twijfelden er aan of die epigenetische overerving wel bestaat. Onderzoek van Isabelle Mansuy van de technische hogeschool in Zürich (ETHZ) doet vermoeden dat bepaalde RNA-moleculen (microRNA’s) daarin een rol spelen en dat de effecten van leefgedrag wel degelijk zouden worden doorgegeven aan de kinderen en zelfs kleinkinderen. Tenminste bij muizen leek dat zo te zijn.
Mansuy en haar medewerkers ontdekten kleine stukjes RNA in het muizensperma, die de effecten van leefstijl en ervaring kunnen doorgeven aan volgende generaties. Die stukjes microRNA (miRNA) worden gevormd in reactie op traumatische ervaringen, zoals stress, of leefstijl (honger, overconsumptie, gebrek aan beweging). De stress veroorzaakten de onderzoekers bij de muisjes door ze na de geboorte bij de moeder weg te halen. De stressmuisjes durfden meer, maar wanhoopten ook eerder. Ze namen maar de helft van de tijd die gewone muizen nemen om een nieuwe ruimte te betreden, maar gaven een uithoudingsproef met zwemmen eerder op. Mansuy vond dezelfde ongewone RNA-moleculen bij de kinderen en kleinkinderen van de stressmuisjes en ze vertoonden hetzelfde gedrag.
Nu moet nog steeds verteld worden hoe die, in dit geval, stress-moleculen (laten we ze zo maar noemen) worden doorgegeven aan de volgende generaties. De epigenetische veranderingen worden van het DNA ‘geveegd’ bij de vorming van geslachtscellen, maar die miRNA’s uit het sperma komen wel degelijk in de eicel terecht. Als de vrucht groeit, gaan de miRNA’s aan het werk en zorgen voor eenzelfde epigenetische patroon van het DNA als bij de vader.
“De RNA-moleculen zouden direct op de gedragsgenen kunnen inwerken of op de regelgenen die hetzelfde doen op latere leeftijd”, zegt Mansuy. “Dat is niet bekend. We werken nu aan de meting van miRNA’s in de groeiende vrucht om dat uit te zoeken.” Als de stress-miRNA’s in muizenembryos’ werden ingespoten, gingen de muisjes na geboorte hetzelfde stressgedrag vertonen. Voor Mansuy het bewijs dat het om die kleine RNA-moleculen gaat bij de epigentische overerving. Mansuy denkt dat het verhaal ook opgaat voor de vrouwelijke lijn, omdat onrijpe eitjes al miRNA’s bevatten, maar dat heeft ze nog niet verder uitgezocht. Volgens Mansuy wijst niets er op dat het bij de mensen niet net zo werkt.

Bron: New Scientist

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.