Zodra de suikerpatiënt iets eet waardoor de suikerspiegel in het bloed stijgt kan hij een toepassing op zijn telefoon gebruiken die een signaal produceert om de insulinecellen te laten beginnen met de productie. Hij kan die toepassing ook zo instellen dat dat automatisch gebeurt.
Het zou voor het eerst zijn dat de genexpressie van een cel wordt aangestuurd door een elektrisch signaal. In muisjes werkte het implantaat perfect (mutatis mutandis stel ik me zo voor, want heb je wel eens een muis met een telefoon gezien?). Fussenegger: “We wilden de genexpressie al lang sturen via elektrische signalen. We zijn er eindelijk in geslaagd.”
Het signaal van de telefoon is een radiosignaal. Het elektrische signaal van het implantaat stimuleert een combinatie van natrium- en kalium-kanalen in het celmembraan. Dat zet een signaalroute aan die uiteindelijk het insuline-gen aan zet. De geproduceerde insuline wordt in vesikels ‘verpakt’ die door het celmembraan verhuizen en, neem ik (=as) aan, in het bloed terechtkomen. Dat hele proces duurt een paar minuten.
Internet-der-dingen
Fussenegger ziet lichamen met implantaten onderdeel worden van het internet-der-dingen. “Het implantaat kan met de cyberwereld verbonden (en gekraakt; as) worden.” Hij ziet die mensen met implantaten al volledig geïntegreerd worden in het wereldwijde web. Voor digitale inbraken is hij niet zo bang. “Mensen hebben nu al kwetsbare implantaten, maar die zijn voldoende beschermd. Dat zou hier ook moeten gebeuren.”
Het grootste probleem ziet hij op het gebied van de genetica liggen. Genen en cellen zijn kwetsbaar. Ook zal er een oplossing moeten komen voor het vervangen van de insulinecellen. Dat moet nu elke drie weken gebeuren. Ik heb zo’n vermoeden dat Fusseneggers ‘oplossing’ bij nader inzien niet erg praktisch zal blijken.
Bron: Science Daily