
In de ciliaire zone (CMZ) zijn de netvliesstamcellen gevonden (afb: Jianzhong Su/univ. van Wenzhou
Onderzoekers rond Jianzhong Su van de universiteit van Wenzhou (China) hebben in de buurt van het netvlies in menselijke foetussen (???; as) voorlopercellen gevonden die schade aan het netvliescellen zouden kunnen repareren. Waarom die cellen die schade niet spontaan herstellen als die bij mensen ontstaat is (mij=as) onbekend, maar tot nu toe geldt de achteruitgang van het netvlies door groene staar (glaucoom) of macula-achteruitgang als onherstelbaar.
Bij dergelijke oogaandoeningen is het een kwestie de achteruitgang te stuiten. Er zijn wel stamcelproeven geweest met enig resultaat in de vorm van enig herstel in het netvlies, maar kennelijk zijn die tot nu toe niet zo succesvol geweest dat ze tot de medische praktijk zijn doorgedrongen (voor zover ik=as weet).
In het huidige onderzoek vonden de wetenschappers twee typen voorlopercellen (min of meer gerijpte stamcellen) in een vezelstructuur vlak bij het netvlies (de cillaire zone) bij foetussen: netvliesstamcellen netvliespigmentepitheelstamcellen. Die cellen deelden zichzelf, maar alleen de netvliesstamcellen konden zich, onder de juiste omstandigheden, ontwikkelen tot allerlei typen netvliescellen (befaamd om de staafjes en kegeltjes).
De onderzoekers bleken uit de stamcellen een soort (menselijk) netvliesweefsel te kunnen ontwikkelen in petrischaaltjes. Ook daarin vonden ze die netvliesstamcellen weer terug.
Transplantatie
Toen die werden getransplanteerd in het netvlies van muizen met een ziekte die lijkt op retinitis pigmentosa (een verzameling erfelijke netvliesaandoeningen), veranderden de stamcellen van het gekweekte netvliesweefsel in de netvliescellen die nodig zijn om lichtsignalen te detecteren en te verwerken.
Deze nieuwe netvliescellen verbeterden ook daadwerkelijk het zicht van de muisjes, vergeleken met knaagdiertjes die geen getransplanteerde cellen ontvingen. Dit effect werd waargenomen gedurende de duur van het experiment, tot wel 24 weken nadien.
Bron: livescience.com