Twee genen bepalend voor mannelijkheid (?)

Y-chromosoomTwee genen bepalen de mannelijkheid. Bij muizen, tenminste. Daar schijnt de rest van het Y-chromosoom, dat bepaalt of een dier een mannetje is (ook bij de mens) wel iets, maar niet heel veel aan bij te dragen. Dieren zonder Y-chromosoom ontwikkelen met die twee genen sperma. Onrijp, maar Monika Ward van de universiteit van Hawaii, slaagde er in de onvruchtbare vader kinderen te laten krijgen via spermainjectie in de eicel.
Het mannelijke Y-chromosoom lijkt gedoemd te verdwijnen. Dat werd tot voor niet zo lang geleden gedacht. Andere chromosomen zijn dubbel uitgevoerd, een ‘voorzorg’ om mutaties te repareren. Het Y-chromosoom heeft dat niet. Toch blijkt dat Y-chromosoom verrassend stabiel, althans volgens de laatste stand van zaken, en heeft dat kennelijk een een andere manier gevonden mutaties te repareren.
Alle genen op dat Y-chromosoom hebben te maken met de mannelijkheid. Slechts een gen, Sry, bepaalt of een exemplaar man is. Muizen zonder Y-chromosoom die dat gen in een ander chromosoom kregen toegevoegd, ontwikkelden zich tot mannetjes. Alleen produceren ze geen sperma. Door toevoeging van een ander gen van het Y-chromosoom, Eif2s3y, bleek dat wel te kunnen, zij het dat het onrijp was.

Dat was al bekend. Wat Ward heeft gedaan is het onrijpe zaad in eicellen te injecteren. Het bleek dat op die wijze bevruchte eicellen zich ook daadwerkelijk ontwikkelden tot embryo’s, zij het dat de slaagkans laag was. Normaal is dat 26% bij de kunstmatige bevruchting 9%. De nakomelingen van de ‘namaak-mannetjes’ waren gezond én vruchtbaar, hetgeen een bewijs is dat voor de voortplanting maar twee genen van het Y-chromosoom nodig zijn. Tenminste, dat is het verhaal bij muizen. Dat betekent niet dat die andere genen in het Y-chromosoom nutteloos zijn. Die ondersteunen, kennelijk, de ontwikkeling van rijpe zaadcellen. Ward: “Wat we met die twee genen bereikt hebben is een synthetische bevruchting en dat is toch een heel ander verhaal.”

Bij mensen zit het iets anders, omdat die geen Eif2s3y-gen hebben, maar Ward denkt dat er een soortgelijk gen is. Zij denkt de methode te kunnen gebruiken voor het vruchtbaar maken van mannen die-geen-kinderen-kunnen-krijgen. Dat houdt wel het risico in dat de mannelijke nakomerlingen hetzelfde defect hebben als hun ‘defecte’ vader.

Bron: New Scientist

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.