Onderzoekers van de technische hogeschool Nanyang in Singapore hebben een eiwit ontwikkeld dat het membraan van het zikavirus lek prikt en daarmee de virusbesmetting onschadelijk maakt. Deze benadering is, in afwijking van andere bestrijdingsmethoden, direct gericht op het virus zelf en niet op het replicatiemechanisme van de ziekteverwekker. Het eiwit zou dan ook goede diensten kunnen bewijzen bij de bestrijding van andere virussen, denken de onderzoekers. Bij muisjes verminderde het eiwit de verschijnselen van de ziekte terwijl er minder muisjes overleden aan een virusbesmetting.
Een belangrijk facet van het (beoogde) medicijn is dat het de hersen/bloedbarrière kan passeren om het virus in de hersens van de (in dit geval) muisjes te kunnen bestrijden. Dat is uiteraard niet onbelangrijk, aangezien dit virus zijn nare taken in het centrale zenuwstelsel en de hersens ten uitvoer brengt. Het onderzoek stond onder leiding van Nam-Joon Cho. De Singaporese instelling werkte daarbij samen met de universiteit van Minas Gerais (Bra) en van de universiteit van Gent.
“Momenteel zijn er geen vaccins voor het zikavirus, terwijl de medicijnen die gebruikt worden alleen de symptomen verminderen zoals pijn en koorts”, zegt Cho. “Dit nieuw ontwikkelde eiwit houdt een grote belofte in als antivirusmiddel dat direct de virusbesmetting in de hersens aanpakt.”
Het zikavirus wordt overgedragen door muggen. Voor veel mensen heeft dat geen ernstige gevolgen. Alleen bij zwangere vrouwen die gestoken worden door de met virus besmette muggen kan dat ernstige gevolgen hebben voor de hersenontwikkeling van het ongeboren kind.
Antiviraal eiwit
Cho en zijn medeonderzoekers ontwikkelden al in 2004 hun eerste antivirale eiwitten die gericht zijn op de vernietiging van het virusmembraan. Ze zijn sedertdien op zoek gegaan naar kleine eiwitten (peptiden) die in staat zijn tweelagige lipidemembranen te doorboren. Die speurtocht leidde tot veelbelovende peptiden die in dierproeven goede resultaten te zien gaven bij de bestrijding van een zikavirusbesmetting maar ook van andere virussen met een dubbel membraan zoals het knokkelkoorts– en chikungunyavirus.
Cho: “Het peptide maakt onderscheid tussen virus- en zoogdiercelmembranen. Virussen zijn veel kleiner en dus krommer, terwijl zoogdiercellen groter en platter zijn. Zoals een speld in een ballon zo prikt het peptide in gat in het virusmembraan. Als dat vaak genoeg gebeurt gaat het virusdeeltje er aan.”
In de labproeven overleefden tien van de twaalf besmette met het peptide ingeënte muisjes. In de controlegroep overleden alle muisjes binnen een week na de besmetting.
Replicatie
De meeste antivirusmiddelen richten zich op de replicatie (vermeerdering) van de virusdeeltjes. Het vervelende is alleen dat virussen nogal snel muteren, waardoor die middelen niet meer werken. De onderzoekers denken dat hun aanpak ook nog zal werken als het virus probeert te muteren. Cho: “Er zijn voorbeelden waar een virusmutatie in korte tijd tot een epidemie kan leiden. Door je te richten op het membraan heb je een grotere kans om virussen effectief te bestrijden.”
De onderzoekers willen hun speurtocht nu uitbreiden naar grotere dieren om uiteindelijk over te kunnen gaan tot klinisch onderzoek bij mensen.
Bron: Alpha Galileo