
De pulmonalisklep (afb: schermafdruk van plaatje uit WikiMedia Commons)
Hartklepafwijkingen behoren tot de meest voorkomende verworven en aangeboren hartafwijkingen. Wereldwijd worden jaarlijks ongeveer 160 000 kinderen geboren met een defect aan de pulmonalisklep; de klep tussen de rechterkamer en de longslagader.
Tot nu toe waren er prothesen beschikbaar om deze klep te vervangen, waarvan de klepbladen gemaakt waren van dierlijk weefsel van runderen of varkens. Deze kleppen hebben echter een beperkte levensduur en moeten na enkele jaren vervangen worden. Voor kinderen is er een cruciaal nadeel: de vervangende kleppen groeien niet mee met de patiënt en moeten ongeveer elke vijf tot tien jaar vervangen worden door een groter model. Elk van deze openhartoperaties legt een aanzienlijke druk op de jonge patiënten en resulteert in lange ziekenhuisopnames.
Boris Schmitt, kinderarts bij het Duitse Hartcentrum van de Charité, en collega’s onderzoeken sinds 2010 een oplossing voor deze problemen. Dat zouden hartkleppen moeten zijn gemaakt van de eigen cellen van de patiënt, die daardoor door het afweersysteem worden geaccepteerd en zich idealiter ook aanpassen aan de groei van de patiënt.
Voor het produceren van een ‘eigen’ hartklep verzamelen de onderzoekers cellen uit het hartzakje van de patiënt. Daaruit vormen ze de klepbladen van de hartklep die worden bevestigd op een draaggeraamte. Dat geraamte (stent) wordt vervolgens samengedrukt en met behulp röntgendoorlichting via een dunne katheter naar de juiste positie in het hart geleid en daar geplaatst. De hele operatie duurt enkele uren en wordt uitgevoerd zonder openhartoperatie.
Schmitt: “Die kleppen worden aanvankelijk via de bloedbaan van voedingsstoffen voorzien en na verloop van tijd vormen zich zelfs cellagen. De hartklepbladen blijven zo in leven, kunnen zich regenereren en zich aanpassen aan de behoeften van het lichaam. We hopen daarom dat deze kleppen aanzienlijk langer meegaan dan de momenteel beschikbare modellen, idealiter een leven lang.”
Veelbelovend?
De toepassing van de technologie bij kinderen met aangeboren afwijkingen van de hartklep is volgens de onderzoekers bijzonder veelbelovend. Hiervoor wordt een speciale stent ontwikkeld die na verloop van tijd in het lichaam oplost. Wat overblijft is de hartklep, gemaakt van eigen weefsel van de patiënt, waarvan de grootte niet langer wordt beperkt door het draadframe. “Op deze manier willen we de best mogelijke omstandigheden creëren voor de klepgroei die we bij kinderen en adolescenten wensen.”
Na jaren van vooronderzoek en goedkeuringsprocedures is de procedure nu goedgekeurd voor gebruik bij mensen. De huidige studie aan het Duitse Centrum voor Cardiovasculair Onderzoek (DZHK) onderzoekt in eerste instantie de veiligheid van de methode bij zeven jongvolwassenen met een aangeboren pulmonalisklepdefect. Als de haalbaarheid en veiligheid positief zijn, wordt een groter vervolgonderzoek gepland, waaraan zowel kinderen als volwassenen zullen deelnemen.
Twee patiënten zijn al succesvol behandeld. Marcus L. uit Saksen, de eerste patiënt, werd begin 1990 geboren met klepstenose en onderging in 2001 een Ross-procedure, waarbij zijn pulmonalisklep werd vervangen door een klep van dierlijk weefsel. Vierentwintig jaar later was voor deze procedure opnieuw een vervanging nodig. Schmitt en zijn collega’s beschouwden hem als een ideale kandidaat voor de nieuwe procedure en informeerden hem over de innovatieve behandelingsoptie.
“Als vader van drie kinderen en zelfstandig schilder en vloerenlegger wilde ik zo snel mogelijk weer aan het werk, dus heb ik meteen voor deze nieuwe procedure gekozen”, legt Marcus L. uit. Dat besluit heeft tot nu toe zijn vruchten afgeworpen. Slechts vijf dagen na de ingreep werd hij uit het ziekenhuis ontslagen en keerde vier weken later terug naar zijn werk. “Ik voel me uitstekend”, aldus de 34-jarige.
“Er is hoop dat deze technologie ook beschikbaar zal zijn in minder ontwikkelde of armere landen”, aldus Schmitt. Omdat de procedure geen dure kunstmatige prothesen vereist en gebruikmaakt van het eigen weefsel van de patiënt, zou deze aanzienlijk kosteneffectiever kunnen zijn en daarmee duizenden kinderen wereldwijd ten goede kunnen komen die anders geen toegang zouden hebben tot adequate behandeling.
De procedure is momenteel alleen goedgekeurd voor het vervangen van de pulmonalisklep. Na uitgebreide tests zou de technologie echter ook gebruikt kunnen worden voor andere hartkleppen, zoals de aortaklep, die een hogere belasting moeten kunnen weerstaan.
Bron: idw-online.de