Onderzoekers van de Amerikaanse Gladstone-instituten, alle met een Chinese naam, zouden van een huidcel een van muizen een stamcel hebben gemaakt door met behulp van de CRISPR-techniek een specifiek gen (Sox2) te activeren. Het zou voor het eerst zijn dat huidcellen op deze wijze omgeprogrammeerd zijn tot de felbegeerde stamcellen (van muisjes, dat wel).
“Dit is een nieuwe manier om geïnduceerde pluripotente stamcellen te maken, die fundamenteel anders is dan tot nu toe werd gedaan”, zegt onderzoeker Sjeng Ding. “Toen we met dit onderzoek begonnen dachten we dat dat zo niet zou lukken, maar we wilden het in ieder geval proberen om een antwoord te krijgen op de vraag of het mogelijk is een cel te reprogrammeren door een specifieke locatie op het genoom te activeren. Dat hebben we nu. Ja dus.”
Pluripotente stamcellen die uit rijpe cellen worden verkregen zijn gewild, aangezien die zich kunnen omvormen tot elk type cel dat we in ons lichaam hebben. Ze vormen daarmee een grote belofte voor het oplossen van allerlei geneeskundige vraagstukken (lees: ziektes). In 2006 ontdekte Shinya Yamanaka dat je met behulp van vier transcriptiefactoren (eiwitten die zich binden aan specifieke stukken DNA) rijpe cellen kunt omvormen tot stamcellen, meld ik hier nog maar eens.
Later ontdekten onderzoekers dat ook een bepaalde chemische cocktail in staat was om rijpe cellen om te programmeren tot pluripotente stamcellen. Dit zou de derde manier zijn om van rijpe cellen stamcellen te maken.
Ding denkt dat zijn CRISPR-aanpak voordelen heeft van de eenvoud. “Met onze methode kun je ook hartcellen direct omzetten in zenuwcellen, bijvoorbeeld.”
Sox2 en Oct4
De onderzoekers richtten zich op twee genen: het al genoemde Sox2-gen en het Oct4-gen. Ook deze eiwitten draaien aan de juiste knoppen om van rijpe cellen stamcellen te maken.
Met behulp ven CRISPR activeerden ze een van beide genen om de cellen om te programmeren. In feite toonden ze aan dat door met CRISPR een van die twee genen te benaderen dat voldoende actie was om de herprogrammering in gang te zetten. Die ene transcriptiefactor heeft effect op duizenden genoomlocaties en verandert daar de expressie (activiteit).
“Het is opmerkelijk dat het voldoende is om het genoom op een plek te moduleren”, zegt Ding. “Nu moeten we eens bekijken hoe het proces zich verspreidt over het hele genoom.”
Bron: EurekAlert