Als de zenuwbanen in het ruggenmerg kapot zijn, dan herstellen die niet meer. Al tientallen jaren proberen onderzoekers dat ‘mankement’ te repareren, maar vooralsnog blijkt de oplossing niet gevonden te zijn, al zijn er wel hoopgevende experimenten geweest. Nu schijnt een onderzoeksgroep van het King’s College in Londen er in geslaagd te zijn bij ratten met behulp van een gentherapie schade aan het ruggenmerg te herstellen, meldt de BBC. De dieren konden met hun voorpoten weer suikerklontjes oppakken. Dat herstel zou in een dag voor elkaar zijn gekregen.
Het probleem bij de beschadiging van de zenuwbanen in het ruggenmerg is dat er zich littekenweefsel vormt. Dat blokkeert in feite de zenuwbanen, waardoor de verbinding tussen delen van het lichaam en de hersens wordt verbroken. Daardoor raakt een deel van het lichaam verlamd, afhankelijk van waar de schade zich bevindt.
De onderzoekers probeerden dat littekenweefsel te verwijderen in het ruggenmerg van ratten. Ze gaven daartoe cellen de genetische instructies om dat weefsel af te breken met behulp van een toegevoegd gen. Dat gen codeerde voor chondroitinase. Dat werd in de cellen afgeleverd door een virus, niet abnormaal in de gentherapie. Via een bepaalde verbinding, die de ratten kregen toegediend, werd dat chondroitinase-gen geactiveerd.

Suikerklontjes

Daardoor kregen de ratten weer het ‘beheer’ terug over hun voorpootjes. Uit het verhaal kan ik niet opmaken waarom alleen de voorpootjes en niet ook de rest. “De ratten konden weer suikerklontjes pakken”, zei onderzoekster Emily Burnside. “De activiteit in het ruggenmerg nam ik sterk toe, waaruit is af te leiden dat er nieuwe verbindingen zijn gemaakt tussen de netwerken van zenuwcellen.” De onderzoekers hopen dat de aanpak ook bij mensen tot goede resultaten zal leiden. Vooralsnog is de gentherapie nog niet geschikt voor klinische proeven bij mensen.

Bron: BBC