Onderzoekers van de Radboud-universiteit in Nijmegen melden dat ze er voor het eerst in geslaagd zijn een cel te maken met organellen. Deze cellichaampjes voeren in een cel diverse gespecialiseerde werkzaamheden uit. Ze deden dat onderzoek samen met de groep van Sébastien Lecommandoux aan de technische universiteit van Bordeaux.
De scheikunde in een cel, de bouwsteen van een levend organisme, is knap ingewikkeld. Voor scheikundigen van vlees en bloed is die moeilijk na te bootsen. Wat chemici wel kunnen doen is op een wat simpeler niveau proberen die complexe werkelijkheid na te bootsen.
Jan van Hest en zijn promovendus Ruud Peters maakten hun organellen door kleine bolletjes te vullen met chemicaliën en deze vervolgens op te sluiten in een druppeltje water. Dat druppeltje bekleedden ze met een listig trucje met een kunststoflaagje, dat dienst doet als celwand. Vervolgens konden ze met behulp van fluorescentie aantonen dat het van te voren bedachte samenspel van chemische reacties ook daadwerkelijk plaatsvond. De Nijmegenaars zouden de eersten zijn die een polymere cel met werkende organellen hebben gemaakt. Net als in onze eigen lichaamscellen kunnen de chemicaliën na de reactie in de organellen weer het in celplasma komen en elders in de cel verder worden bewerkt.
Het maken van celachtige structuren is een experimentele onderzoeksmethode om van onderop nieuwe levensvormen te maken. Bij het Nijmeegse instituut IMM gebeurt dat op verschillende manieren. Zo maakt IMM_onderzoeker Wilhelm Huck cellen van minuscule druppeltjes van oplossingen die sterk op cytoplasma (celvloeistof) lijken. De groep van Van Hest legt zich (dus) toe op plastic cellen. Van Hest: “Concurrerende groepen zitten dichter tegen de biologie aan. Die maken cellen van bijvoorbeeld vetzuren. Dat willen wij in de toekomst ook gaan doen. Een andere stap zou zijn om cellen te maken die in hun eigen energie kunnen voorzien en we werken ook aan manieren om chemicaliën binnen de cel gericht te laten bewegen in de richting van organellen. Door deze dingen na te maken, leren we levende cellen steeds beter te begrijpen. En op een dag maken we zelf iets dat daar erg veel op lijkt…” Overigens haalt de plastic cel het qua doelmatigheid lang na niet bij die van natuurlijke cellen, zo noteert C2W kritisch. Er zal nog heel wat water door de Waal stromen vooraleer scheikundigen iets kunnen maken dat heel in de verte lijkt op een natuurlijke cel.
Bron: C2W