Een internationale groep onderzoekers onder leiding van Sergei Nedospasov van de Lomonosov-universiteit in Moskou zou een methode gevonden hebben om autoimmuunziektes te verslaan. We hebben het dan over ziektes als reuma, multiple sclerose enz. Het artikel over het onderzoek zou zijn gepubliceerd in het blad PNAS, maar ik kan het daar niet vinden. De bestrijdingsmiddelen zijn gerelateerd aan de eigen antilichamen, die uit de pas lopende lichaamsstoffen, zogeheten cytokines, weer in het gareel moeten brengen. Proeven met muizen zouden veelbelovende resultaten hebben opgeleverd.
Ons afweersysteem, het is hier al vaker gezegd, is ingewikkeld en vereist een soepele afstemming van de verschillende deelnemers. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het soms mis gaat en het afweersysteem zich tegen de eigen cellen keert. We praten dan over autoimmuunziektes. In het autoimmuunverhaal speelt het eiwit TNF (tumornecrosefactor) een belangrijke rol. Dat eiwit, of eigenlijk zijn het er meer, heeft diverse functies en kan worden geproduceerd door diverse afweercellen zoals de macrofagen, lymfocyten en neutrofielen. TNF en verwante eiwitten behoren tot de zogeheten cytokines. Dat zijn eiwitten die ontsteking kunnen verergeren, tumoren tegengaan of bacteriële of virale infecties kunnen bestrijden. Ze hebben gemeenschappelijk dat ze het afweersysteem sturen.
TNF werd ooit in het bloed van muizen gevonden die met bacteriën besmet waren of bacteriële bestanddelen kregen toegediend. TNF bleek tumoren te kunnen vernietigen. We hadden het ideale kankermedicijn gevonden, was het idee. Ook beschermt TNF tegen tuberculose, maar het eiwit had ook zijn duistere kant. Het eiwit bevordert ernstige ziektes. Die duistere kant moest worden geneutraliseerd, is dan de gedachte van de onderzoekers rond Nedospasov, om die goede kanten te kunnen benutten.
NSF is een beetje een lastig geval. Tegen kanker bleek het nutteloos omdat het eiwit te veel processen beïnvloed om als medicijn dienst te doen. Bovendien is de fysiologische functie van TNF een heel andere dan de kankerdodende. Daarom werd ook het idee verworpen om de productie van TNF, beheerst, te verhogen.
Bij het behandelen van autoimmuunziektes wordt de productie van TNF juist geremd. Bijna de helft van alle medicijnen voor autoimmuunziektes berusten op dat principe. De ander kant van de medaille is dan weer een verhoogde kans op kwaadaardige gezwellen en de bevordering van tb. Je zou dus kunnen zeggen dat er, net als bij cholesterol, een goed TNF en een slecht TNF is. Dat goede wil je niet kwijt en dat slechte zou geblokkeerd moeten worden. In dit onderzoek kwamen de wetenschappers er achter hoe je de overproductie van TNF selectief kan blokkeren, door het eiwit alleen te blokkeren voor bepaalde type cellen.
B-cellen
B-cellen zijn afweercellen met een specifieke taak. Elke B-cel (B-lymfociet) produceert tegen een bepaalde ziekteverwekker een antilichaam. Dat antilichaam bestaat uit twee paren met een met een lange en een korte keten. Onderzoekers hebben al lang geleden dit soort ‘chimere’ antilichamen weten te maken, waaraan tegelijkertijd twee eiwitten kunnen ‘aandokken’. Die antilichamen zijn dus bispecifiek. Dit biedt de mogelijkheid verschillende cellen te koppelen die zo’n antilichaam gebruiken. De onderzoekers maakten dergelijke bispecifieke antilichamen die selectief de TNF-productie in macrofagen remt, die verantwoordelijk worden geacht voor de productie van het meeste slechte TNF bij autoimmuunziektes.
Nedospasov: “In proeven met muizen is die anticytokinetherapie bewezen. Deze benadering maakt het mogelijk de slechte functie van een molecuul te neutraliseren en de goede te behouden.” Het nieuwe type antilichamen werd aangeduid met MYSTI. Ze werden ontworpen op basis van antilichamen van kamelen en lama’s (geen idee waarom). Voor dit onderzoek kregen de proefmuizen een menselijk TNF-gen. Na de behandeling met de bispecifieke antilichamen stopten de macrofagen met het uitscheiden van TNF. Muizen die een dodelijke hoeveelheid fout TNF kregen toegediend, bleven in leven na te zijn behandeld met MYSTI, lotgenoten die met een ander antilichaam werden behandeld overleefden het niet.
Bron: EurekAlert