Genetisch ‘doping’ zou te achterhalen zijn

Genetisch doping

Genetische doping via CRISPR/Cas9 zou aangetoond kunnen worden (afb: ACS)

Je kunt je natuurlijk voorstellen dat methodes als CRISPR/Cas9 om het genoom te veranderen ook gebruikt kunnen worden door malverserende atleten en andere sporters. Je zou je genoom natuurlijk zo kunnen aanpassen dat je meer spiermassa krijgt, sneller of wendbaarder wordt of wat dan ook. Een klein probleem is natuurlijk wel dat de atleet/sporter dan wel de chromosomen van alle ter zake doende cellen zal moeten aanpassen. Het antidopingagentschap heeft genetische doping al verboden en nu is er ook een manier om die dopingvorm te achterhalen. Alhoewel… Lees verder

Wada verbiedt genbewerking in de sport vanaf volgend jaar

Het wereldantidopingagentschap Wada verbiedt al sedert 2003 wat genoemd wordt ‘gendoping’. Met ingang van volgend jaar mogen sporters ook geen gebruik maken van genbewerking om hun sportprestaties op te vijzelen. Het is onduidelijk hoe de Wada dat decreet denkt te handhaven. Lees verder

Beweging werkt op onze genen

Ooit dacht men, en dat is nog niet eens zo lang geleden, dat als men maar eenmaal de basenvolgorde in het DNA kende, men een blauwdruk van het leven van het bijbehorende individu zou hebben. We moesten dan nog wel even uitzoeken wat die genen precies uitvoeren, maar dan hadden we ook het Boek des Levens.
vetsport
Niet dus. Wat we doen, eten en meemaken heeft invloed op de ‘activiteit’ van genen. Door dergelijke invloeden kunnen genen aan- of uitgezet worden. We noemen dat epigenetica.
Zo heeft fysieke activiteit effect op het epigenoom. Een onderzoek van
Charlotte Ling van de universiteit van Lund in Zweden heeft aangetoond dat beweging invloed heeft op de genen van vetcellen. Normaal zou het zijn als gekeken werd naar de invloed van sport op de genen van skeletspieren, maar Ling keek naar de cellen waar de energie wordt opgeslagen, de vetcellen, dus. Haar onderzoek laat zien dat sport effect heeft op genen die betrokken zijn bij zwaarlijvigheid en ouderdomssuiker (type 2).
23 mannen van ongeveer 35 dienden als proefkonijn. Ze waren gezond maar iets te ‘gewichtig’, want niet erg sportief. Ze stemden er in toe een half jaar drie keer per week aerobics te praktiseren. Dat lukte niet helemaal. Ze kwamen slechts tot een weekgemiddelde van 1,8. De onderzoekers volgden de effecten door het onderhuidse vet te meten. Om er zeker van te zijn dat sport de enige verandering in hun leven was, werd de proefpersonen gevraagd verder normaal met hun leven en gewoontes door te gaan.
Door het analyseren van 480 000 posities op het DNA, (overeenkomend met 7000 genen), konden ze constateren waar de veranderingen waren opgetreden (gekeken werd naar de methylering van het DNA, waardoor genen inactief worden) door het sporten. Op die manier kon een methyloom van het vetweefsel gemaakt worden, een soort ‘kaart’ van het gemethyleerde DNA. De onderzoekers hadden vooral belangstelling voor de genen die betrokken zijn bij zwaarlijvigheid en ouderdomssuiker.
Sport bleek invloed op die genen te hebben, zoals gezegd. Hoewel de onderzoekers het nog te vroeg vinden definitieve conclusies te trekken voor het hele lijf, lijkt het er volgens hen toch wel degelijk op dat lichamelijke activiteit minder kans geeft op ouderdomssuiker en zwaarlijvigheid. Dat laatste zal niet verbazen. De eerste ook niet, trouwens. Wel dat sport geen aan- en uitzet.