Mogelijk helpt gentherapie tegen hiv

Hi-virussen op een T-cel

Hi-virussen (paars) op een T-cel

Er zijn mensen die van nature bestand zijn tegen het humane immunode-ficiëntievirus, beter bekend met de afko hiv. Die mensen hebben een afwijking in het Ccr5-gen, dat ze beschermt tegen dat virus. Een beenmerg-transplantie van een donor met zo’n ‘gelukkige’ afwijking zou een seropositieve kunnen genezen, maar dat is geen reële optie. Carl June en Pablo Tebas van het universiteit van Pennsylvania hebben een andere weg gekozen. Met behulp van zogeheten zinkvingernucleases (genknipenzymen) maakten ze het CCR5-gen in T4-lymfocyten onklaar. T4-cellen vormen het doelwit van het hi-virus. De helft van de 12 proefpersonen kon na het weer toedienen van de gemanipuleerde T-cellen met de medicatie stoppen. Bij een patiënt zou het virus ook na 12 weken niet meer aantoonbaar zijn. Overigens bleek de gentherapie nog (?) niet in staat het virus helemaal de nek om te draaien, maar dat zou een kwestie van dosering (o.i.d.) kunnen zijn…
Van een persoon is het bekend dat ie helemaal genezen is van hiv: Timothy Brown. Die Amerikaan was al tien jaar aan het strijden tegen het virus. Het klinkt vreemd, maar als geluk bij een ongeluk had hij leukemie. Om die ziekte te bestrijden kreeg hij in 2008 een beenmergtransplantatie. De beenmergdonor had die genmutatie op Ccr5 die hem immuun voor hiv maakte en vervolgens dus ook Brown.
Het eiwit Ccr5 dat dat gen produceert doet dienst als receptor op T-cellen. Die receptor gebruikt hiv om zich aan een T-cel te verankeren en vervolgens zijn vernietigende werk te doen. Schakel dat gen bij die immuuncellen uit en… helaas, virus.

Die truc is nu met enig succes toegepast bij 12 aids-patiëntent. Die ene, voorlopig, hiv-vrije patiënt bleek overigens een afwijkend Ccr5-gen te hebben (althans een van beide allellen), maar kennelijk niet zo afwijkend dat hij niet seropositief werd.
De proeven krijgen een vervolg. In eerste instantie waren die er op gericht de bruikbaarheid (en dus ook onschadelijkheid) van de methode aan te tonen. Er bleken, met één uitzondering, geen ernstige bijeffecten te zijn geweest bij de twaalf. Een patiënt bleek niet goed te reageren op de transfusie van de T-cellen, volgens de samenvatiing van het artikel in het tijdschrift New England Journal of Medicine. Hoe dat verder verliep vertelt de samenvatting (en ook het persbericht) niet. Het enige was dat de patiënten een paar dagen een onaangename lichaamsgeur hebben gehad. Opmerkelijk was dat de gemanipuleerde T-cellen aanzienlijk langer leefden dan de niet gemanipuleerde.

Bron: Future-Sciences

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.